Auteur is Wouter Stips
Een vogelleven is vol fluit
Met af en toe een ei eruit
En van de kleine vogeltjes
Is de bekendste wel de mus
Hij houdt van vlieg en tevens mug
Dus vliegt hij uit en weer terug
Hij vliegt in vogelvlucht
Hij vliegt in vogelvlucht
Hij vliegt in vogelvlucht
Door de lucht
Of je nu mus bent of fazant
De lucht, dat is je vaderland
Terwijl hij door de hemel zweeft
Beziet hij wat op aarde leeft:
Een stad, een dorp of een gehucht
(Wij noemen Tokio en Vught)
Hij ziet de mens, een rotspartij
Een dame in de alpenwei
Ziet hij in vogelvlucht
Ziet hij in vogelvlucht
Van allerlei
Of je nu mus bent of fazant
Zo'n dame is best interessant!
De dame in de alpenwei
Riep tot de vogel: "Ach, kom tot mij
Ik ben een enig kindje, dus
Heb ik behoefte aan een mus
Ik word door niemand echt bemind
O vogel, kom en wees mijn vrind
Neem mij mee in vogelvlucht
Neem mij mee in vogelvlucht
Neem mij mee in vogelvlucht
Mee op de wind"
Of je nu mus bent of fazant
In zo'n geval ben je galant
Hij landde in de alpenwei
En weldra was het koek en ei
De vogels gingen jaar na jaar
Nooit vloog hij mee, hij bleef bij haar
Soms welde er een stille traan
Als hij zijn vrienden heen zag gaan
Nooit meer in vogelvlucht
Nooit meer in vogelvlucht
Nooit meer in vogelvlucht
Er achteraan...
Of je nu mus bent of fazant
Zo'n liefde schept een hechte band
Maar op een dag stond daar die heer
Te poedelen in het alpenmeer
Van al dat moois stond zij versteld
En koos prompt eieren voor haar geld
De heer was lief en kolossaal
En zij vergat de mus totaal
Toen kreeg de vogel lucht
Toen kreeg de vogel lucht
Toen kreeg de vogel lucht
Van de rivaal
Of je nu mus bent of fazant
Je steekt je kop niet in het zand!
Zij vond het zalig, dat gewriem
Tenslotte heeft een mus geen piem
Maar steeds als hij haar wilde kussen
Dan zat die kleremus ertussen
En steeds weer, als de heer begon
Kende de vogel geen pardon
Hij pikte in vogelvlucht
Hij pikte in vogelvlucht
Hij pikte in vogelvlucht
Waar hij maar kon
Of je nu mus bent of een mees
De snavel in het warme vlees!
Of je nu mus bent of parkiet
Een vreemde vogel pik je niet!
Je verdedigt je geducht
Totdat-ie voor een vogel vlucht!
Totdat-ie voor een vogel vlucht!
Totdat-ie voor een vogel vlucht!
Een vogel..
Een vogelleven is vol fluit
Met af en toe een ei eruit
En van de kleine vogeltjes
Is de bekendste wel de mus
Hij houdt van vlieg en tevens mug
Dus vliegt hij uit en weer terug
Hij vliegt in vogelvlucht
Hij vliegt in vogelvlucht
Hij vliegt in vogelvlucht
Door de lucht
Of je nu mus bent of fazant
De lucht, dat is je vaderland
Terwijl hij door de hemel zweeft
Beziet hij wat op aarde leeft:
Een stad, een dorp of een gehucht
(Wij noemen Tokio en Vught)
Hij ziet de mens, een rotspartij
Een dame in de alpenwei
Ziet hij in vogelvlucht
Ziet hij in vogelvlucht
Van allerlei
Of je nu mus bent of fazant
Zo'n dame is best interessant!
De dame in de alpenwei
Riep tot de vogel: "Ach, kom tot mij
Ik ben een enig kindje, dus
Heb ik behoefte aan een mus
Ik word door niemand echt bemind
O vogel, kom en wees mijn vrind
Neem mij mee in vogelvlucht
Neem mij mee in vogelvlucht
Neem mij mee in vogelvlucht
Mee op de wind"
Of je nu mus bent of fazant
In zo'n geval ben je galant
Hij landde in de alpenwei
En weldra was het koek en ei
De vogels gingen jaar na jaar
Nooit vloog hij mee, hij bleef bij haar
Soms welde er een stille traan
Als hij zijn vrienden heen zag gaan
Nooit meer in vogelvlucht
Nooit meer in vogelvlucht
Nooit meer in vogelvlucht
Er achteraan...
Of je nu mus bent of fazant
Zo'n liefde schept een hechte band
Maar op een dag stond daar die heer
Te poedelen in het alpenmeer
Van al dat moois stond zij versteld
En koos prompt eieren voor haar geld
De heer was lief en kolossaal
En zij vergat de mus totaal
Toen kreeg de vogel lucht
Toen kreeg de vogel lucht
Toen kreeg de vogel lucht
Van de rivaal
Of je nu mus bent of fazant
Je steekt je kop niet in het zand!
Zij vond het zalig, dat gewriem
Tenslotte heeft een mus geen piem
Maar steeds als hij haar wilde kussen
Dan zat die kleremus ertussen
En steeds weer, als de heer begon
Kende de vogel geen pardon
Hij pikte in vogelvlucht
Hij pikte in vogelvlucht
Hij pikte in vogelvlucht
Waar hij maar kon
Of je nu mus bent of een mees
De snavel in het warme vlees!
Of je nu mus bent of parkiet
Een vreemde vogel pik je niet!
Je verdedigt je geducht
Totdat-ie voor een vogel vlucht!
Totdat-ie voor een vogel vlucht!
Totdat-ie voor een vogel vlucht!
Een vogel..
Een mus is niets, een bolletje van veren
Hij is de vogel van het klein gebaar
Een fluitje aan de voorkant een paar
Futiele vlerkje om te manoeuvreren
Een vleugel om op kruimels te trakteren
En zeker geen record verbeteraar.
Een hagellading lood is even zwaar
Maar wie zou ooit zo'n beestje liquideren
Hij heeft zijn toekomst achteloos vergooid
Even wat met dominio gestrooid
Was ik zo'n stedenbouwer ik vergat je
Aan 't schieten van de mus wijd ik geen woord
Wel aan zijn wereldwijd postuum record
Ruim twintigduizend stenen op een grafje.
Patty Scholte
Hij is de vogel van het klein gebaar
Een fluitje aan de voorkant een paar
Futiele vlerkje om te manoeuvreren
Een vleugel om op kruimels te trakteren
En zeker geen record verbeteraar.
Een hagellading lood is even zwaar
Maar wie zou ooit zo'n beestje liquideren
Hij heeft zijn toekomst achteloos vergooid
Even wat met dominio gestrooid
Was ik zo'n stedenbouwer ik vergat je
Aan 't schieten van de mus wijd ik geen woord
Wel aan zijn wereldwijd postuum record
Ruim twintigduizend stenen op een grafje.
Patty Scholte
Een paar liedjes
Rouwt, o Venussen en Cupidootjes,
en al wat er is aan tamelijk liefdevolle mensen:
het musje van mijn meisje is gestorven,
het musje, het lievelingetje van meisje,
dat zij meer beminde dan haar eigen ogen.
Want hij was honingzoet eb hij kende zijn meesteres
zelf zo goed als een meisje haar moeder,
en niet bewoog het zich van haar schoot,
maar rondhippend nu eens hierheen dan weer daarheen
piepte hij aan één stuk door tot zijn meesteres alleen;
en hij gaat nu over een weg vol duisternis
daarheen, waarvandaan ze zeggen dat niemand terugkeert.
Maar ik hoop dat het jullie slecht gaat, slechte schimmen
van de onderwereld, jullie die al het mooie verslinden:
zo een mooi musje hebben jullie mij afgepakt.
O slechte daad! O zielig musje!
Door jouw schuld zijn van mijn meisje
door het wenen de oogjes nu gezwollen en rood.
en al wat er is aan tamelijk liefdevolle mensen:
het musje van mijn meisje is gestorven,
het musje, het lievelingetje van meisje,
dat zij meer beminde dan haar eigen ogen.
Want hij was honingzoet eb hij kende zijn meesteres
zelf zo goed als een meisje haar moeder,
en niet bewoog het zich van haar schoot,
maar rondhippend nu eens hierheen dan weer daarheen
piepte hij aan één stuk door tot zijn meesteres alleen;
en hij gaat nu over een weg vol duisternis
daarheen, waarvandaan ze zeggen dat niemand terugkeert.
Maar ik hoop dat het jullie slecht gaat, slechte schimmen
van de onderwereld, jullie die al het mooie verslinden:
zo een mooi musje hebben jullie mij afgepakt.
O slechte daad! O zielig musje!
Door jouw schuld zijn van mijn meisje
door het wenen de oogjes nu gezwollen en rood.
