Mus in de kunst
Dit gedicht van Jan Hanloo ( 1912-1969) staat op de zijmuur van De Nieuwe Rijn 107 in Leiden. Hij bezong de mus zoals de mus bezongen zou willen worden. TJIELP!
Passer, deliciae meae puellae,
quicum ludere, quem in sinu tenere,
cui primum digitum dare appetenti
et acris solet incitare morsus,
cum desiderio meo nitenti
carum nescio quid lubet iocari,
credo ut, cum gravis acquiescet ardor,
sit solaciolum sui doloris,
tecum ludere sicut ipsa possem
et tristis animi levare curas!
Juist ja.. dat is iets ingewikkelder.. al zoekende op het internet kwam ik steeds meer tegen over een dichter (Catullus) die zijn "Lesbia" aanbad, een dame die iets heeft met een musje.. Een van de vele werkvertalingen is als volgt:
Musje, schatje van mijn meisje,
met wie zij gewend is te spelen, die zij vaak op schoot houdt,
aan wie zij gewend is haar vingertopje te geven om naar te pikken
en bij wie zij gewend is felle beten op te wekken,
wanneer mijn stralend verlangen
zin heeft in ik weet niet wat voor lieve spelletjes,
ik denk om haar verdriet te troosten,
wanneer de laaiende hartstocht tot rust komt,
kon ik maar met jou spelen zoals zij zelf
en de sombere zorgen van mijn hart verlichten!
Een schilderij uit 1878 van de Britse schilder John Reinhard Weguelin, 1849-1927. Weguelin schilderde mythologische, bijbelse en historische genrestukken en werd beïnvloed door Sir Lawrence Alma Tadema.